Naar het eiland van de grijze monniken

Degene die in het verleden de wekker heeft uitgevonden, geef ik nog eens een keer een poeier op de neus. Om 7 uur ging dat verrekte ding af en dat is nu niet bepaald een tijd voor in de vakantie. Maarrrrr Jut en Jubel gaan vandaag naar het eiland van de grijze monniken, ofwel naar Schiermonnikoog. Ik stommel met luid geweld de toerdoos uit en plof op een stoel neer met een bak koffie. Ulke staat zich te poedelen en dat kan nooit kwaad. Heb ik gisteravond al gedaan. We moeten immers fris en fruitig de boot op. Ik zit me te vermaken op mijn stoeltje met al die mensen die uit hun camper kruipen op de vroege ochtend. Veelal met ontplofte kapsels, vreselijke kleurloze badjassen van voor de oorlog en als ze gepoedeld hebben en ik hoop dat ze er iets beter uit zien, word ik diep teleurgesteld. Ze komen veelal als een fakir de douche weer uit, met een handdoek om hun hoofd van drie torens hoog. Het kan hier allemaal. En, wat ik nog niet gedeeld heb, is dat onze overbuurvrouw precies op haar hond lijkt. Dat hoor je wel eens hè? Dat de baas op de hond gaat lijken. Het is bij ons thuis ook niet anders. Ik heb de grote oren van onze hond Gijs. Twee druppels water. Vandaag hoeven we er ook niet lang over te discussiëren, we hebben er eentje gevonden die precies op haar hond lijkt. Wel erg jammer dat de hond een hazewindhond is. Nou ja, dan mag de hond in ieder geval iedere nacht in het bed naast de baas. 🤣

Na het ontbijt heeft Jut er alweer voor gezorgd dat Jubel een onbezorgde dag tegemoet kan gaan. De beide rossen op twee wielen staan al klaar, helmpjes op het zadel, fietstassen gevuld en de banden op spanning.

Klaar voor de start

Weer die verrotte helm op, maar ik begin er aan te wennen en als we bij de boot een oudere man, met zijn gezicht helemaal onder het bloed op de grond zien liggen na een valpartij zonder helm, weet ik weer waarom ik dat kreng op moet. We zijn niet de enigen die vandaag een dagje Schier doen. Wat een drukte! Geen plek te vinden op de boot en daarom maar onderin het ruim plaats genomen. Ja, het ruim waar van die raampjes in zitten, alsof je de hele tocht voor de wasmachine zit. Een man en een vrouw vragen beleefd of ze bij ons mogen komen zitten. Liever niet natuurlijk, maar wij zijn natuurlijk zo vriendelijk om ze van harte uit te nodigen. Ulke heeft voor de lol zijn helm opgehouden en ik schaam me dood. Tja, we zitten op de grens van Groningen, dus een aardbevinkje op de boot kan natuurlijk altijd. Ha ha!

Ulke heeft er al snel genoeg van om in het ruim te bivakkeren en vertrekt naar boven. Ik raak in een geamuseerd gesprek met mijn buurman en buurvrouw en vertel over onze avontuurlijke reis. Ik zit naast de man en de vrouw tegenover me toont veel interesse. Met mijn vinger teken ik de zogenaamde landkaart van Nederland op de tafel, vertel waarvandaan we zijn vertrokken en deel uiteindelijk alle plekken waar we geweest zijn en nog hopen te komen. Prachtig, zegt de vrouw. Ik ben al vanaf mijn 20 e blind, bromt de man. Ai, Jubel gaat buiten haar boekje en heeft voor een blinde man de kaart van Nederland in zitten vullen. Vlekken in de nek dus. De boot nadert de haven van Schiermonnikoog en ik zie alle mensen richting de trap gaan. Ik daarom ook maar. Ik heb helaas een oriëntatievermogen van een ui en heb geen flauw idee hoe en waar ik mijn fiets weer kan vinden. Uiteindelijk wijst een bereidwillige man mij de goede richting, maar dat betekent dat ik in tegengestelde richting me dwars door de mensenmassa moet wringen. Een bijna onmogelijke taak en in gedachten hoor ik de kapitein al omroepen dat er een dame verdwaald is en opgehaald kan worden in de kajuit. Ik wring door en weet met veel pijn en moeite de trap weer te bereiken waar Jut al ongeduldig bij de fietsen staat te wachten, al schuddend met zijn hoofd. Die arme man raakt zijn blonde haren nog eens kwijt door mij. We fietsen de boot af richting dorp. Wat een prachtig eiland.

Het doet me zo aan Ameland denken. Echt prachtig! We schuiven het eerste de beste terras op natuurlijk en bestellen de koffie met…..ja ja, het is weer raak!

Ik heb me voorgenomen dat het de laatste van deze vakantie is, dus dat betekent nog twee weken op rantsoen. Anders kan ik onmogelijk ‘ s ochtends in mijn korte broek springen die rechtop naast mijn bed staat.

We besluiten eerst eens even naar de VVV te gaan om een fietskaart te kopen want we willen het hele eiland rondfietsen. De dame achter de balie heeft er echt zin in vandaag, maar niet heus. Ze kijkt alsof ze denkt….daar heb je weer zo’n stelletje toeristen die zo nodig naar het eiland komen. Waarom is het dan ook zulk verdraaid mooi weer. Ik denk…mens kijk eens wat vrolijker, of zoek een andere baan.

We kuieren een beetje door het dorp en springen dan op ons ros met twee wielen om het eiland rond te gaan toeren. Wat een schoonheid alom. Schier heeft wel twee vuurtorens. Een witte, de Willem 3 en een rode. De witte heet de Zuidertoren en de rode heeft volgens mij geen naam. Ik maak uiteraard een diepe buiging voor de Willem 3 want deze is vast van koninklijke bloede.

We tuffen weer verder en gaan op zoek naar de rode vuurtoren. Het is niet moeilijk om deze op te snorren want hij torent hoog boven de duinen uit, zoals de meeste vuurtorens doen. Of het moet een minitoren zijn, dat kan ook nog natuurlijk.

Deze rode toren wordt tot op heden nog gebruikt als vuurtoren en speelt nog een belangrijke rol ten behoeve van de veiligheid van de scheepvaart.

Het valt ons op dat niemand een fietshelm draagt en dat verbaast ons oprecht. De fietspaden bevatten veel schelpen en grind en je gaat zo op je muil als je niet oplet. En ik let vaak niet op, dus je voelt hem al aankomen…plat op de bek gegaan, terwijl manlief rustig doorfietst. Gelukkig geen schade aan lijf en leden en zo soepel als een oud wijf kan zijn, spring ik weer op mijn ros en fiets ik hard door om de afstand tussen manlief en mezelf te verkleinen. Het is een bloedhete dag en er staat geen zuchtje wind. We belanden natuurlijk op het uitgestrekte strand, alwaar we smeren en keren en horizontaliseren op onze handdoeken.

Jut onderneemt een wandeltocht naar het water en als ik hem zie terugkomen, realiseer ik me dat ik toch al 35 jaar met een lekker ding getrouwd ben. Die doe ik nooit meer weg. We bakken anderhalf uur weg op het badstrand en als twee gebakken bananen zoeken we de fietsen weer op. We gaan op weg naar de Kobbeduinen, het uiterste puntje van het eiland. Jut is de tom tom en navigeert ons prima de goede kant op. Maar oh, wat is het warm. Niet normaal meer. Iedereen zit te puffen op de fiets, maar wij fietsen stug door. Met de niet lullen, maar poetsen mentaliteit.

Het einde van het eiland wordt gekenmerkt door een soort “monumentje” in de vorm van een driehoek. Het baken wordt het genoemd en het ligt in een prachtig natuurgebied. We rijden door, richting dorp, omdat we alle uithoeken van het eiland inmiddels hebben gezien. We belanden echter in een kudde koeien op het fietspad. Wat doen we nu, vraagt Jut zich vertwijfeld af. Doorfietsen, zeg ik heel stoer en ik pak de koppositie. Ik kom naast een koe terecht die het leuk vindt om mee te gaan rennen naast de fiets. Heeft zeker de gekke koeienziekte, denk ik nog en ik fiets nog harder door. Best een komisch gezicht, ik en mijn koe, op weg naar de finish.Uiteindelijk geeft mijn atletische koe het op en druipt hij af. We tuffen door naar het dorp en pakken een terras om onze dorst te lessen. Vervolgens buffelen we beiden nog een pannenkoek naar binnen en dan is het echt tijd om naar de boot te fietsen. Daar zijn we iets te vroeg, maar we parkeren de fietsen alvast in de rij en genieten nog een poosje van het uitzicht over het wad.

Als we de boot aan de brug zien liggen, snellen we naar onze fietsen en rijden we de boot op. We zoeken een plek boven op het dek en genieten van een prachtige terugreis.

Wat een fantastische dag hebben we achter de rug. We zijn nu nog geen week onderweg, maar hebben het gevoel dat we al een maand aan het toeren zijn. Nu tijd voor de finale van de “Slimste mens”. Kan nooit kwaad voor mij. Misschien kom ik dan wat slimmer en minder onnozel over hè?


Eén reactie op “Naar het eiland van de grijze monniken”

  1. Dat is toch ook wat, val je van je fiets op je poezelige mondje en fiets manlief ook nog stug door. Nou nou, gelukkig dat je helm op had. Misschien. De volgende keer zo schermhelmpie op? Kun je ook niet meer op je mondje vallen🤪. Maar buurtjes wat treffen jullie het toch met het weer?! Heerlijk! En wat zijn jullie toch druk op je pensionado dagen🙃. Ik kijk al uit wat jullie volgende week allemaal in petto hebben voor de lezers!

    Like

Plaats een reactie